SV | Voorts zeide ik: De zaak is niet goed, die gijlieden doet; zoudt gij niet wandelen in de vreze onzes Gods, om de versmading der heidenen, onze vijanden? |
WLC | [וַיֹּאמֶר כ] (וָאֹומַ֕ר ק) לֹא־טֹ֥וב הַדָּבָ֖ר אֲשֶׁר־אַתֶּ֣ם עֹשִׂ֑ים הֲלֹ֞וא בְּיִרְאַ֤ת אֱלֹהֵ֙ינוּ֙ תֵּלֵ֔כוּ מֵחֶרְפַּ֖ת הַגֹּויִ֥ם אֹויְבֵֽינוּ׃ |
Trans. | wayyō’mer wā’wōmar lō’-ṭwōḇ hadāḇār ’ăšer-’atem ‘ōśîm hălwō’ bəyirə’aṯ ’ĕlōhênû tēlēḵû mēḥerəpaṯ hagwōyim ’wōyəḇênû: |
Voorts zeide ik: De zaak is niet goed, die gijlieden doet; zoudt gij niet wandelen in de vreze onzes Gods, om de versmading der heidenen, onze vijanden?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Voorts zeide ik: De zaak is niet goed, die gijlieden doet; zoudt gij niet wandelen in de vreze onzes Gods, om de versmading der heidenen, onze vijanden?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!